('a:n) (sleepte aan, aangesleept)
I. (heeft)
1. slepend aanbrengen : koffers -. Syn. zie: aanbrengen (1).
2. met moeite aandragen : met een zwaar woordenboek komen -.
3. er te onpas bij halen : hij sleept bij alles een paar gemeenplaatsen aan.
4. zich haasten met slepen.
II. (is) sleepvoetend naderen : bleek kwam de zieke -.