Wat is de betekenis van aanslepen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanslepen

aanslepen - Werkwoord 1. (ov) met moeite of in grote hoeveelheden aandragen Ze hadden een flinke lading brandhout aangesleept uit het bos. 2. lang duren De discussie sleept al lang aan. 3. achter zich ~: met zich meetrekken ...

2024-04-27
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

aanslepen

voortduren; een aanslepende ziekte/ruzie/zaak/burgeroorlog (slepend)

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

aanslepen

(sleepte aan, aangesleept) - die zaak blijft maar aanslepen, die zaak blijft maar voortduren, die zaak vordert maar niet. Ze nemen het niet dat de uitbetaling van achterstallige lonen en premies voor eeuwig blijft aanslepen. - HN, 08-02-2003.

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

aanslepen

Voortduren; vooral in de verb. die zaak blijft maar aanslepen. In de omgeving van Geel deden zich ingevolge werken grote vertragingen voor die tot 15 uur aansleepten, Nieuwsblad zo/5/1977.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanslepen

v., oanslepe; (van een wiel) oanskave, oanslûere, oanslepe.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanslepen

I. overg. (sleepte aan, heeft aangesleept), 1. iets over de grond voorttrekken, slepende nader brengen : zware koffers aanslepen ; — 2. met een slede of sleper aanvoeren ; 3. met moeite aandragen, aanbrengen ; 4.(fig.) gezegden, aan- en opmerkingen, enz. aanslopen> er altijd mee aankomen, ze te onpas aanbrengen; II.onover...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanslepen

sleepte h. (1), i. (2, 3) -gesleept (1 slepende nader brengen; 2 sleepvoetend naderen; 3 niet vooruitgaan); 1 balen -, koffers -; tig. met allerlei anekdotes komen -, ze met de haren er bij slepen; 2 daar komen de ossen -; 3 het werk sleept aan.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanslepen

('a:n) (sleepte aan, aangesleept) I. (heeft) 1. slepend aanbrengen : koffers -. Syn. zie: aanbrengen (1). 2. met moeite aandragen : met een zwaar woordenboek komen -. 3. er te onpas bij halen : hij sleept bij alles een paar gemeenplaatsen aan. 4. zich haasten met slepen. II. (is) sleepvoetend naderen : bleek kwam de zieke -.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanslepen

aan'slepen, I. overg. (sleepte aan, heeft aangesleept), 1. iets over de grond voorttrekken, slepende nader brengen: zware koffers —; 2. met moeite aandragen, aanbrengen; 3. (fig.) verhalen, kletspraat, moppen —, er te pas en te onpas mee aankomen; II. onoverg. (sleepte aan, is aangesleept), 1. sleepvoetend naderen; 2. van lange duur zijn: die affai...