1.('a:n) (8) eerstvolgend, toekomend : -e week.
2. (a:n'ko:mənt) (11) nog niet voluit een bepaalde benaming dragend, maar daarvoor opgroeiend aanstaande : een -e jongeling; een onderwijzer, predikant.
Gepubliceerd op 24-06-2020
aankomend
betekenis & definitie