(a-n) o. (-en; -je) [aan + ~ Lat. pellere, slaan]
I.Eig. zwaar ijzeren blok om metalen op te smeden : iets op het bewerken; altijd op hetzelfde hameren, slaan, altijd op dezelfde zaak terugkomen; zo zwaar als een -, zeer zwaar.
II. Metf.
1.Ontl. aanbeeldvormig beentje in het oor.
2. uiteinde van een slaghoedje waartegen de slagpin slaat : het -je van een patroon.