('a:l) v.(...scharen) drie- of viertandige vork voor de aalsteek. Syn. aalsteker.
Aalvork, aalscholverm.(—s) pelikaanachtige zwarte zwemvogel met een haakvormig gekromde bek, om aal en andere vissen in te slikken (Phalacro coraxcarbo) : de - komt bij ons in waterrijke streken voor. Sin. schollevaar, waterraaf.