Jodendom van A tot Z

Prof.dr. Pieter W. van der Horst (2006)

Gepubliceerd op 14-02-2024

Talen, joodse

betekenis & definitie

Hoewel Hebreeuws de oorspronkelijke taal van het joodse volk is, zijn joden in de laat- en nabijbelse periode ook andere talen gaan spreken. Na de Babylonische ballingschap kreeg Aramees gaandeweg de overhand als volkstaal boven het Hebreeuws.

Dat gold zowel voor de joden in Palestina als die in Babylonië; in beide gebieden ontwikkelden zich dialekten, het Palestijns Aramees en het Babylonisch Aramees. Na de verovering van het Midden-Oosten door Alexander de Grote begon Grieks langzamerhand een tweede taal voor joden in Palestina te worden, terwijl Grieks voor de zich sindsdien sterk uitbreidende joodse diaspora al snel de eerste taal werd (zie het ontstaan van de Septuagint). Vandaar dat vrijwel alle joodse literatuur uit de westerse diaspora in het Grieks is geschreven. In de grote joodse gemeenschap in Rome werd ook veelal Grieks gesproken, hoewel er daar ook enkelen waren die zich van het Latijn bedienden. In Palestina is in de latere oudheid, blijkens het zeer grote aantal joodse inscripties in het Grieks, deze taal voor velen de moedertaal geweest, en niet langer het Aramees of Hebreeuws. Hebreeuws was waarschijnlijk voornamelijk nog in gebruik als ‘heilige taal’ in rabbijnse scholen, nauwelijks meer als spreektaal voor dagelijks gebruik.

< >