In de stad Rome was al vanaf de tweede eeuw v. C. een joodse gemeenschap woonachtig.
Deze groeide in de loop der eeuwen uit tot een grote diasporagemeente van waarschijnlijk enkele tienduizenden leden. De meesten leefden in de wijk Trastevere (‘aan de overkant van de Tiber’), maar elders in de stad woonden ook veel joden. Uit inscripties is bekend dat er in de keizertijd minstens 10 verschillende synagogen waren. Enkele malen werden (alle?) joden uit Rome verdreven, o.a. tijdens de regering van de keizers Tiberius en Claudius in de eerste helft van de eerste eeuw n. C., omdat volgens deze heersers joden voor teveel onrust zorgden. Van groot belang zijn de katakomben waar de joden hun doden begroeven, m.n. vanwege de vele inscripties (circa 600) en decoraties (fresco’s).