lett. ‘boek van de mysteriën,’ naam van een in het Hebreeuws geschreven magisch geschrift uit ongeveer de vierde eeuw n. C.
Het beschrijft de zeven hemelen en de zich daarin bevindende engelenkampementen, waarbij voor elke hemel de namen van de aldaar aanwezige engelen worden opgesomd en ook de gebeden en magische handelingen waarmee men ze in dienst kan nemen voor bepaalde doeleinden. Ook bevat het werk recepten voor het beïnvloeden van personen in machtsposities, het kennen van de toekomst, het vernietigen van de vijanden, de eigen genezing etc. Heidense goden worden genoemd en het boek bevat zelfs een Griekse hymne tot de zonnegod Helios. Het is een typisch product van laat-antiek joods volksgeloof. Zie ook Magie.