de zevende dag van de week, rustdag voor de joden. Het is een dag van heilige tijd en van vreugde.
De weinige voorschriften voor het houden van de sabbat in Tenach (de dag heiligen, er niet op werken) werden in de nabijbelse periode in een toenemend complexe halacha voor de sabbat ontwikkeld, waarbij met name de verfijning van de definitie van wat wel en niet werk is, een grote rol speelde. Hierover bestonden overigens tussen de verschillende joodse groeperingen grote meningsverschillen. De sabbat, die op vrijdagavond bij zonsondergang begint, wordt van oudsher gekenmerkt door het bezoeken van (een) dienst(en) in de synagoge, waar volgens een in de loop der eeuwen vastgelegde orde van dienst (siddoer) wordt gebeden, gezongen, uit de Tora gelezen, en gepreekt. Overigens ligt het accent op de viering in huiselijke kring (sabbatsmaal) waarvoor rituelen zijn ontwikkeld. De rabbijnse regels voor het houden en vieren van de sabbat zijn te vinden in het Misjna- en Talmoedtraktaat Sjabbat.