Jodendom van A tot Z

Prof.dr. Pieter W. van der Horst (2006)

Gepubliceerd op 14-02-2024

Romeinse keizers

betekenis & definitie

Een aantal Romeinse keizers is van belang geweest wat betreft hun houding t.o.v. het joodse volk omdat zij het recht van het joodse volk op vrije uitoefening van hun religie altijd erkend en gesteund hebben, bijv. de twee eerste keizers Augustus (31 v. C. - 14 n.

C.) en Tiberius (14-37 n. C.). Daarentegen heeft Caligula (37-41 n. C.) met name in de laatste 2 jaren van zijn regering het joodse volk zeer ernstig geprovoceerd (hij wilde bijv. zijn standbeeld in de tempel van Jeruzalem plaatsen), zozeer dat er oorlog zou zijn gekomen als hij niet was vermoord (zie verder Caligula). De keizers Vespasianus (69-79 n. C.) en Titus (79-81 n. C.) waren beiden - voordat ze keizer werden - betrokken bij de joods-Romeinse oorlog van 66-74 en worden in de joodse traditie als verwoesters van de tempel verafschuwd. Ook Trajanus (98-117 n. C.) en Hadrianus (117-138 n. C.) zijn in oorlogen met het joodse volk verwikkeld geweest, de eerste bij de grote anti-Romeinse opstand in Egypte en de Cyrenaica (Libië) van 115-117 n. C., waarin een groot deel van de joodse gemeenschap in Noord-Afrika is uitgeroeid; de tweede bij de Bar Kochba-opstand in Judea van 132-135 n. C.De meeste keizers tussen Hadrianus en Constantijn lieten de joden verder met rust. Een bijzondere positie neemt keizer Julianus Apostata (362-365 n. C.) in, de enige niet-christelijke keizer na Constantijn, die heeft geprobeerd de joodse tempel in Jeruzalem te herbouwen, hetgeen overigens mislukte. Van de (Byzantijnse) christelijke keizers na de bekering van keizer Constantijn in 312 zijn de belangrijksten Theodosius I (379-395 n. C.) en Justinianus (527-565 n. C.), die in hun beroemde wetscodices een lange reeks anti-joodse wetsmaatregelen afkondigden waardoor de rechten en vrijheden van de joden (en ook van de Samaritanen) ernstig werden aangetast en zo een voorbode van de middeleeuwen vormden. Heraclius regeerde van 610-641 n. C. en is berucht geworden doordat hij, nadat de joden de Perzen hadden geholpen Jeruzalem op de Byzantijnen te veroveren, na zijn herovering van de stad in 629 de joden wegens hun collaboratie onderdrukte en dwong zich te laten dopen.

< >