in de Tora een priester en kleinzoon van Aäron die in zijn ijver voor God een Israëlitische man en een Moabitische vrouw die sexueel verkeer met elkaar hadden vermoordde (Num. 25). Dit maakte hem tot het grote voorbeeld voor latere ‘ijveraars’ die eveneens in religieuze ijver het volk Israël rein wilden houden van vreemde invloeden en smetten.
Vele fanatieke zeloten (= ijveraars) en vrijheidsstrijders beriepen zich op hem. In de traditie wordt hij vaak geïdentificeerd met Elia (wegens diens ijver voor God, zie 1 Kon. 18-19) en als voorloper van de Messias verwacht.