lett. ‘deurpost,’ benaming voor een klein, aan de rechter deurpost bevestigd kokertje dat een opgerold stukje perkament bevat waarop de eerste twee gedeelten van het Sjema geschreven staan. De regels voor het maken en bevestigen van de mezoeza (afgeleid uit Deut. 6:9 en 11:20) zijn te vinden in het kleine Talmoedtraktaat Mezoeza.
Oorspronkelijk werd het bijbelse gebod meestal zo geïnterpreteerd dat de tekst van het Sjema regelrecht op de deurpost zelf moest worden geschreven. In het volksgeloof had de mezoeza ook een apotropeïsche functie (Magie).