Jannes H Mulder

Schrijver op Ensie

Gepubliceerd op 26-05-2025

Intelligentie

betekenis & definitie

Intelligentie kan worden begrepen als de vaardigheid om keuzes te maken. Intelligentie is het vermogen om effectief te kiezen en problemen op te lossen. Dit concept gaat verder dan het traditionele idee dat intelligentie alleen wordt gemeten aan de hand van hersenvolume of IQ-scores.

Bij mensen zijn goed ontwikkelde hersenen noodzakelijk voor het verwerven van vaardigheden zoals rekenen, schrijven en lezen. Echter, ook andere dieren, zoals apen, honden en zelfs platwormen, tonen vormen van intelligentie. Onderzoek naar platwormen heeft aangetoond dat deze dieren in staat zijn om keuzes te maken tussen verschillende opties. Interessant genoeg, wanneer een platworm wordt doorgesneden en een nieuw hoofd groeit, wordt het aangeleerde gedrag via decentrale netwerken in het achterlijf overgedragen aan het nieuwe brein. Dit suggereert dat intelligentie niet uitsluitend afhangt van hersenvolume, maar ook van het vermogen om informatie te verwerken en beslissingen te nemen via decentrale netwerken.

Bij octopussen, die geen centrale hersenen hebben, verloopt het denkvermogen via hun tentakels. Schimmels communiceren via een netwerk van schimmeldraden, waarmee ze signalen over grote afstanden uitwisselen en kiezen tussen verschillende signalen om probleemoplossend gedrag te vertonen. Ook plantintelligentie omschreven als het vermogen van planten en bomen om problemen op te lossen in reactie op hun omgeving is aangetoond. Deze voorbeelden tonen aan dat intelligentie en geheugen niet exclusief gebonden zijn aan hersenen.

Artificiële intelligentie (AI) vertoont overeenkomsten met zwermintelligentie of stigmergie, zoals die bij spreeuwen wordt waargenomen. AI-systemen maken gebruik van cybernetwerken om beslissingen te nemen en problemen op te lossen. Dit benadrukt dat intelligentie kan ontstaan uit samenwerking en netwerken, niet alleen uit individuele capaciteit.

Traditionele benaderingen van intelligentie zijn vaak antropocentrisch, met veel nadruk op schriftelijke toetsen en IQ-metingen. Dit beperkt de visie op intelligentie tot menselijke maatstaven. Echter, intelligentie kan ook worden gezien als de vaardigheid om te kiezen tussen alternatieve handelwijzen, vaak op basis van intuïtie en contextuele kennis. Dit bredere perspectief erkent de waarde van verschillende vormen van intelligentie, zowel bij andere dieren, planten en kunstmatige systemen.