een Dorp, in Friesland, onder Westergo, in de Grietenij Wijmbritzeradeel. Onder de achtentwintig Dorpen der Grietenije, is Westhem het zeventiende in den rang van stemminge, en bevat dertien Stemdraagende Plaatzen. Het Dorp ligt tegen den zo genaamden Hemdijk, en heeft eenen Hervormden Leeraar gemeen met die van het nabuurig Dorp Wolfum. In de Roomsche tijden was hier eene Parochiekerk.
In twee hoogten, hier te Lande Wieren genaamd, ziet nen ’er de Overblijfzels van twee aloude Stinzen, of versterkte Huizen.Zie BROUERIUS, Frisia Illustrata.
WESTHOVEN
een fraai Slot of Kasteel, op het Zeeuwsche Eiland Walcheren, gelegen aan den Grooten Weg, die van Middelburg na Domburg loopt. Den stigter deezes Kasleels vinden wij niet genoemd, maar alleen vermeld, dat het, in overoude tijden, tot een Lusthuis of Vertrekplaatze der magtige Abten van Middelburg gediend heeft. Het Gestigt ligt binnen wijde en diepe Graften, heeft een zwaaren Toren en dikke muuren, en is van binnen van eene menigte ruime Zaalen en Kamers voorzien. Voorts ontmoet men, in den omtrek, zeer uitgebreide en aangenaame Plantaadjen, meest aangeleid door den Heere VAN KAUWERVE; die ook het agterste gedeelte van het Slot, uit den bouwvalligen staat, in welken het zich bevondt, genoegzaam heeft hersteld. Niet weinig doet het tot de waarde en aanzien deezes Gestigts, dat hetzelve, volgens besluit der Heeren Staaten van Zeeland, tot een goed Zeeuwsch onversterflijk Leen verklaard is. Geduurende de raadpleegingen der gemelde Staaten, in den aanvang der voorgaande Eeuwe, en wel voornaamlijk in den Jaare 1611, over het opzigten van een Doorluchtig School in hun Gewest, kwam Westhoven, van wegen de aangenaamheid der ligginge, vooral in aanmerking, om den Zetel der Geleerdheid aldaar te vestigen. Van wegen de zwaarigheden, die zich hier tegen aanbooden, verklaarde men zich voor Middelburg.