Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

Schellinghout

betekenis & definitie

SCHELLINGHOUT, een Dorp, of liever Stede, in het gedeelte van Noordholland, ’t welk bij den naam van Dregterland bekend is; een weinig ten Noorden van de Stad Hoorn, niet verre van den Zeedijk, aan de Zuiderzee. Bij Handvest van Hertog ALBREGT VAN BEYEREN, Graave van Holland, wierdt Schellinghout, in den Jaare 1402, met Stederegt begiftigd, en verkreeg, ten zelfden tijde, de vrijheid, om, behalven eene Jaarmarkt, weeklijksche Markten te mogen houden.

Meer dan honderd jaaren was de Plaats toen reeds bekend geweest; MELIS STOKE gewaagt daar van op het Jaar 1282; verhaalende, hoe Graaf FLORIS DE V, eene Vloot, met Zeeuwen bemand, hebbende uitgerust dezelve op de Westfriezen afzendt, en voorts zijne manschappen, bij Wijdenes, hebbende doen aan land treeden, bij Schellinghout tot een hoofdtreffen met de Friezen kwam, en, naa een hevig gevegt, dezelve op de vlugt dreef. Schellinghout beslaat, nevens zijnen Regtsban, of onderhoorig Regtsgebied, ruim zevenhonderd drieënzestig Morgens. Het getal der Huizen konde, bij de laatste opneeming, nog geene honderd haalen. De Huizen staan op eenigen afstand van elkander, als beslaande, in de lengte, eene streek van zeshonderd Roeden. Men heeft ’er eene Kerk, die door haaren afzonderlijken Leeraar wordt bediend. Midden in het Dorp staat een hoog Gebouw, van steenen opgemetzeld; het heeft zeer zwaare dikke muuren, en groote overwelfde Kelders. Men noemt het de Steenen Kamer, en schrijft daar aan eene hooge oudheid toe.

Behalven den Schout, bestaat de Regeering der Plaatze uit tweeëndertig Vroedschappen, twee Burgemeesters, zeven Schepen en eenen Sekretaris. Volgens de oorspronklijke Voorregten, heeft te Schellinghout, omtrent het verkiezen van Burgemeesteren, eene bijzonderheid plaats, welke wij, als smaakende, eenigermaate, naar eene Volksregeering, niet kunnen nalaaten, hier aan te tekenen. Tegen den laatsten dag van het jaar, worden honderdëntwintig Poorters, boven de twintig jaaren oud, (indien ’er zo veelen zijn, wordende ’er thans naauwlijks de helft gevonden,) naa dat alvoorens hunne naamen zijn opgeschreeven, door den Bode, op het Kerkhof, bij een geroepen. Hier worden hunner allen Naamen op afzonderlijke briefjes geschreeven, en deeze vervolgens in eene Bussche gestoken. Schout, Burgemeesters en Schepenen trekken ieder één van deeze briefjes, en dus te zamen tien in getal. Nog tweemaalen wordt deeze zelfde trekking herhaald.

De dertig dus uitgetrokkene Persoonen zijn, voor dit maal, Kiezers. Allen gezamentlijk, door den Sekretaris, op het Raadhuis geroepen zijnde, doen aldaar eene verkiezing van Burgemeesteren, bij meerderheid van stemmen. Indien ’er eene of meer openstaande plaatzen in de Vroedschap zijn, kunnen dezelve, door de nieuw verkoorene Burgemeesters, worden aangevuld.Zie Handvesten van Schellinghout; mede Chronijk van Schagen.

< >