Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Purmer

betekenis & definitie

DE PURMER, een der drie groote drooggemaakte Waterlandsche Meiren, (zijnde de twee overige de Beemster en de Wormer,) gelegen tusschen de Steden Edam, Monnikendam en Purmerend. In het begin der voorgaande Eeuwe beraamden eenige ingezeetenen der twee eerstgenoemde Steden een Ontwerp, om het Meir droog te maaken.

Bij meeting, over Ys, bleek hetzelve te beslaan tweeëntwintighonderd Roeden in de lengte, twaalfhonderd in de wijdte, en zesduizend tweeënveertig Roeden in den omtrek. Niet lang daar naa maakte men eenen aanvang van het droogmaaken. In den Jaare 1622 was het Meir in Dijk gebragt, en wierdt toen deszelfs inhoud gemeeten op negenëntwintighonderd eenëntachtig Morgens vijfhonderd drieënnegentig Roeden. Tien jaaren naa de bedijking telde men, in het drooggemaakte Meir, vijf Huizen; welk getal, honderd jaaren laater, tot op honderdentwee was aangegroeid. Men telt daar onder verscheiden fraaie Landhoeven en Lustplaatzen; vooral munt onder dezelve uit het Huis Ilpenstein, gemeenlijk het Hof van Ilpendam genaamd, gestigt door den Heer Mr. VOLKERT OVERLANDER, Heer van Purmerland en Ilpendam, Burgemeester, Schepen en Raad van Amsterdam. Hoewel binnen den Dijk, staat het, egter, niet op den drooggemaakten grond van het Meir, maar op een stuk Lands, de Nek genaamd, ’t welk als een voor uit steekende punt aan de Purmer gelegen was, en, zedert de bedijking, daar binnen beslooten is geworden. Het Huis Ilpendam is een fraai vierkant gebouw, staande rondom in het water, en hebbende op ieder hoek eenen Toren. De Regeering van de Purmer bestaat uit Dijkgraaf en Hoofdingelanden, midsgaders drie Heemraaden, een uit ieder der Steden Monnikendam, Edam en Purmerend. Aan dit Kollegie is een Sekretaris en een Penningmeester toegevoegd.

< >