Oudenbosch

betekenis & definitie

OUDENBOSCH, een aanzienlijk Vlek, in het Oosterkwartier van het Markgraafschap van Bergen op den Zoom, omtrent vier uuren gaans ten Noordoosten van de Stad van dien naam. De Plaats, voorzien van eene ruime Haven, die in den Markstroom, voor 't Land daar buiten, uitkoomt, is zeer regelmaatig bebouwd, met vijf schoone Straaten; op eene derzelven wordt eene bloeiende Weekmarkt gehouden. Men begroot het getal der Ingezeetenen op ruim vijftienhonderd. De Graanhandel geeft 'er merkelijk vertier, gelijk ook het bijna dagelijksch afscheepen van Rijswerken. De Gereformeerden hebben 'er eene Kerk en eigen Predikant; en de Roomschgezinden eene Kapél, in welke de Monniken van de Abtdij van St. Bernard den dienst waarneemen. Deeze trekken de Tienden der Geestelijke Goederen, doch met het bezwaar van uit dezelve het Traktement van den Hervormden Leeraar te moeten betaalen. De Regeering bestaat, behalven den Drossaard van het Kwartier, die in den Oudenbosch zijne wooning heeft, uit één Burgemeester, zes Schepenen, vier Gemeensmannen en eenen Sekretaris.