WILLEM VAN ZUILEN VAN NYVELD, uit het aanzienlijk Geslagt van dien naam, wordt beschuldigd, in den Jaare 1566, de hand geleend te hebben, te Utrecht, tot de befaamde Beeldestorming, nevens verscheiden andere Edelen, onder aanvoering van Heere JAN VAN RENESSE, Heere van Wilp. Hoewel hij, door een verkeerden ijver vervoerd, deel kan gehad hebben in dit schandelijk bedrijf, gedroeg hij zich, egter, zints dien tijd, als een Voorstander der vrijheid tegen de Graaflijke dwingelandij. Zich vervoegd hebbende onder den standaart des Heeren VAN BREDERODE, diende hij, onder denzelven, als Kapitein, en ontving, in die hoedanigheid, de nederlaage van Hertog ERYK VAN BRUNSWYK, terwijl hij bezig was met het bemagtigen van eenen Schans aan de Vaart, buiten Utrecht. Een blijk van het vertrouwen, welk de Staaten en zijne Doorluchtigheid in hem stelden, vernam men in den Jaare 1575, wanneer hij benoemd wierdt onder de Gemagtigden tot de Vredehandeling te Breda. Den zelfden post bekleedde hij, in 't volgende jaar, op de zamenkomst te Gent. Met zo veel ijvers, ten behoeve van de goede zaak, kweet hij zich in de beide Vredehandelingen, dat wanneer, in den Jaare 1577, Muiden voldoening van Prinse WILIEM DEN I ontving, NYVELD tot Slotvoogd van die Stad en tot Baljuw van Gooiland wierdt aangesteld; twee zeer gewigtige posten, welke, toenmaals, alleen aan Mannen van bekende Vrijheids- en Vaderlandsliefde wierden opgedraagen. Zo zeer won NYVELD, in deeze en andere posten, het vertrouwen van 's Lands Staaten, dat wanneer, in den Jaare 1587, van nieuws het besluit wierdt genomen, de heerschappij over de Nederlanden, aan Koninginne ELIZABETH van Engeland op te draagen, hij nevens eenige andere bekende Vaderlanders wierdt benoemd, tot het afleggen van de gewigtige boodschap. Naa de overkomst van den Graave VAN LEICESTER, viel hij, om het wederstreeven van deszelfs maatregelen, zo zeer in den haat van den heerschzuchtigen Engelsman, dat deeze hem heimelijk zogt op te ligten, en, waarschijnlijk, zijn oogmerk zou bereikt hebben, ware hij niet verhinderd door eenige Gooische boeren, die hunnen Drossaart beminden, en voor de geleide laagen waarschuwden. Zulk een bestaan ontstak nog meer den afkeer des vrijheidminnenden Edelmans tegen den Landvoogd. Hij zogt hem zulks te doen ondervinden, door zich te verzekeren van Naarden, welk het met LEICESTER hieldt, en Engelsche Bezetting binnen hadt. De trouwloosheid van den Schout dier Stad, zich houdende alsof hij het met NYVELD hieldt, deedt den toeleg mislukken. Niet lang daarnaa zal hij overleeden zijn. Althans vinden wij 's Mans naam, zedert, niet vermeld.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk