Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Middelburgo

betekenis & definitie

NICOLAUS EVERHARDI A MIDDELBURGO, gebooren in het Dorp Grijpskerke, op 't Eiland Walcheren, niet verre van de Stad Middelburg, bekleedde eerst den post van Kerkelijk Regter van den Prins en Aardsbisschop van Kamerijk; wierdt, vervolgens, Deken der Kollegiaale Kerk van ST. GUIDO; bekleedde, voorts, het ampt van Raadsheer van den Grooten Raad van Mechelen; wierdt, daarnaa, verheeven tot de waardigheid van President in 't Hof van Holland en Zeeland, en eindelijk geplaatst aan 't hoofd van den Grooten Raad te Mechelen. Met den algemeenen lof van bekwaamheid en onbaatzuchtigheid, bekleedde hij, achttien jaaren lang, deezen aanzienlijken post, en overleedt te Mechelen, in den Jaare 1532, het zeventigste zijns ouderdoms. Behalven drie dogters, eene van welke, ISABELLE genaamd, eene geleerde Nonne was, liet hij acht Zoonen naa; vijf van dezelve hebben, door hunne geleerdheid, een beroemden naam verworven: PETRUS HIERONYMUS NICOLAUS, van de Orde der Premonstratensers, en der beide Regten Doktor te Leuven; EVERHARDUS NICOLAI, eerst President van 't Hof van Friesland, en naderhand van den Grooten Raad te Mechelen; NICOLAUS GRUDIUS, Griffier van de Orde van 't Gulden Vlies; ANDREAS MARIUS, Kanselier van het Hertogdom Gelderland en het Graafschap Zutfen; en, eindelijk, JOANNES SECUNDUS, Sekretaris van Pause PAULUS DEN IV. De drie laatstgenoemden waren voortreffelijke Dichters.

< >