Meiboomen

betekenis & definitie

MEIBOOMEN. Dus noemt men, in 's Graavenhage, zekere hooge Staaken of Masten, welke, jaarlijks, in de Hofplaatze, worden opgericht, ter eere van de Edele Mogende Heeren Staaten van Holland en Westfriesland, van Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, van den Prinse Erfstadhouder, deszelfs Gemaalinne en Kinderen, indien Hij gehuwd zij en kroost verwekt hebbe, voorts van de Magistraat der Plaatze en van den Kolonel der Schutterijen. Men is 't niet eens omtrent den oorsprong deezer gewoonte, zo min als omtrent den tijd, wanneer dezelve eenen aanvang heeft genomen. Dat dezelve al lang heeft stand gehouden, blijkt uit eene aantekening van den Heere VAN LOON, vermeldende de persoonen, welke, in den Jaare 1635, de Meiboomen geplant hadden zonder, egter, aan te wijzen, of de plegtigheid toen eerst in gebruik is gekoomen. Het oprigten of planten deezer Meiboomen geschiedt, in den nacht tusschen den laatsten van April en den eersten van Mei, door het Korporaalschap van de Schutterije, 't welk in dien nacht de wagt heeft. Van hier dat de Staaken of Masten zijn beschilderd met de grondkleur van het Vaandel van 't Regiment, waar toe het Korporaalschap behoort. Langs heenen zijn dezelve met Ranken en Bladeren beschilderd en met Meiloof bekranst. Van den Top waait een zijden Wimpel. Wat laager ziet men een ronddraaiend stijf Vendeltje, hebbende een Zinnebeeld met een Bijschrift, veelal geschikt naar de gelegenheid des tijds, en toepasselijk op het Kollegie of den Persoon, voor welke een Meiboom geplant wordt. Onder aan in dit zelfde Vendeltje staan de voorste Letters van den naam of van den tijtel der vereerde Kollegien of Persoonen. Het opstellen der gemelde Zinnebeelden en Bijschriften berust op den Rektor of Konrektor van het Latijnsche School in 's Hage. Hij is gehouden, een Drietal van dezelve te vervaardigen, waaruit de Haagsche Burgemeesters eene keuze doen.