Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

MAARTENSREGT, St.

betekenis & definitie

[/i]eene Ambagtsheerlijkheid, in Delfland, beslaande na genoeg honderdzesenvijftig Morgens Lands. Het getal der Huizen is zeer gering.

Het Ambagt wordt genoegzaam ingeslooten door die van Hodenpijl en Schipluiden, en heeft, met dezelve, éénen Ambagtsheer.

< >