Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

MAARTENSDYK, St.

betekenis & definitie

[/I]eene kleine Stad in Zeeland, op het Eiland Tholen, ongeveer twee uuren gaans ten Westen van de Stad van dien naam. Voorheen lag zij, met het omliggende Land, van het Land van Tholen afgescheiden, door eene Kreek of Water, de Pluimpot genaamd, doch zedert meerendeels droog gemaakt en in eenen Polder gebragt.

Den oorsprong van het Stedeken zoekt men in een Slot of Kasteel, vijftig Roeden van daar gelegen. Eenige Huizen, daar omstreeks gebouwd, zouden eerst de gedaante van een Dorp hebben bekoomen , en Voorts tot eene kleine Stad zijn aangegroeid. De Plaats heeft na genoeg eene ronde gedaante, en bevat een vierendeel uurs in haaren omtrek. Van vier of vijf Straaten wordt zij, kruislings, regelmaatig doorsneeden. Op eene breede, na genoeg midden in de Stad, staat het Stadshuis; een oud, doch vrij wel onderhouden gebouw. De Kerk is niet onaanzienlijk, en wordt door éénen Predikant bediend, behoorende onder de Klassis van Tholen en Bergen op den Zoom. Voorts ontmoet men ’er verscheiden zeer goede Burgerwooningen. De Regeering bestaat uit Drossaart, die van wegen zijne Hoogheid Prinse WILLEM DEN V, als Heere der Heerlijkheid, het Hooge Regtsgebied oeffent, voorts twee Burgemeesteren, acht Schepenen, Schout en Sekretaris. De Drossaart, zijnde insgelijks Rentmeester der goederen van den Heer, welke bestaan in alle de Tienden der Heerlijkheid, en de inkomsten van eenige Landerijen van kleine waarde, heeft zijne wooning op het Huis te St. Maartensdijke, boven bedoeld, een oud Kasteel, doch van binnen met verscheiden Vertrekken voorzien, met zijne Tuinen en Plantaadjen binnen eene wijde Graft beslooten. In oude tijden diende het tot eene verblijfplaatze voor den Graave VAN OOSTERVANT. De Heerlijkheid, onder welke verscheiden Polders behooren, te zamen groot ruim achtenveertighonderd Gemeten, en die Hoog, Middelbaar en Laag Regtsgebied voert, kwam, door huwelijk van Prinse WILLEM DEN I met ANNA VAN EGMOND, Kleindogter van FLORIS VAN EGMOND, Graave van Buuren, in het doorluchtig Huis van Oranje, ’t welk ’er nog heden eigenaar van is.

Zie SMALLENGANGE en REIGERSBERG.

< >