Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 24-11-2022

HINCKART, JAN VAN

betekenis & definitie

JAN VAN HINCKART, HEER VAn Ohain, Corbaix, Wattingies, een Brabantsch Ridder, en Lid der zamenverbondene Edelen, was de Zoon van JAN, HEERE Van Ohain, Ridder, en van CHARLOTTE D’AILLY, VROUWE van Wattingies en Cherfontaine. Tot een weinig naa het midden der voorgaande Eeuwe bloeide dit doorluchtig Geslagt. MAXIMILIAAN VAN HINCKAART, HEER van Berg, het laatste mannelijk oir van hetzelve, overleedt in den Jaare 1657.

Met veel plegtigheids wierdt het Geslagtwapenen nevens hem begraaven. Onze HINCKART, DIE HET ampt van Postmeester Generaal en Grootjaagermeester van Brabant bekleedde, hoewel hij het Verbondschrift der Edelen ondertekend hadt, schijnt, in den beginne, geenen hoofdrol gespeeld te hebben. Althans vinden wij van hem, behalven zijne Naamtekening op het veelgerugtmaakende Schrift, niets bijzonders aangetekend, vóór het Jaar 1577. Doch zints dien tijd schijnt hij zich te hebben laaten gebruiken, tot de gewigtigste handelingen en onderneemingen, ter reddinge van het Vaderland , als mede, rijklijk gedeeld te hebben in het vertrouwen van Prinse WILLEM DEN I. MEN weet, dat, in ’t gemelde jaar, binnen Gend, een zeer zwaar oproer voorviel. Zijne Doorluchtigheid, veel belangs hebbende bij de wijze van den afloop dier gebeurtenisse, zondt den Heer van Ohain derwaarts, om agt te geeven op het geen ’er voorviel. De Heer WAGENAAR VERHAALt, dat de Heer van Dolhain tot deeze gewigtige bezending wierdt gebruikt. Doch de Heer TE WATER IS VAN oordeel, dat die anderzins oplettende en naauwkeurige Historieschrijver eenen anderen persoon, naamelijk ADRIAAN DE BERGES, HEER van Olhain, of Dolhain, verkeerdelijk, daar voor zal genomen hebben. Toen naderhand, in den Jaare 1580, de Onderhandelingen met den Hertog VAN ANJOU WAREN Begonnen, over het aanvaarden van de Hooge Overheid deezer Landen, wierdt VAN HINCKART, VAN WEGens de Staaten van Brabant, aan dien Prinse gezonden, om de groote zaak te sluiten.

Naderhand deedt hij, nevens Doktor JOANNES JUNIUS, EENEN Keer na Engeland, om op spoed van ’s Hertogs overkomste aan te dringen. Volgens den voortreffelijken Schrijver der Historie van het Verbond en de Smeekschriften der Nederlandsche Edelen, zou de Heer WAGENAAR, DOOR Gelijkheid van naamen misleid, hier, van nieuws, den boven aangeweezen misslag begaan hebben. Het laatste bedrijf, welk wij, aangaande den Heere VAN OHAIN, VERMELD vinden, was zijne reize na Frankrijk, om, nevens andere Gezanten, uit naame der Algemeene Staaten, de bescherming en Opperheerschappij deezer Landen aan den Koning diens Rijks op te draagen. De Heer VAN OHAIN OVERLEEdt in Januarij des Jaars 1585, en wierdt te Antwerpen begraaven. Bij zijne Huisvrouwe, LUCRETA RANDENRODE VAN DER AA, LIET HIj naa vier Dogters. De oudste van deeze, KATHARINA VAN HINCKART, WIERDT de echtgenoote van den vermaarden KAREL VAN LEVIN, HEERe van Famars, eenen der Medeondertekenaaren van het Verbond der Edelen, wakker Voorvegter der Vrijheid, en die voor de zaak des Vaderlands het leeven liet.

< >