oom van Graave FLORIS DEN V, en geduurende deszeifs minste rjaarigheid voogd van Holland, zo als op FLORIS DEN V gezegd is. Hij was de zoon van Graave FLORIS DEN IV, en dus de broeder van Graave WILLEM. In zijn beslier over Zeeland gedroeg hij zig, in allen deele, zeer prijzenswaardig; gaf aan die Provintie verscheiden wetten en ordonnantiën, die nog onderhouden worden; hij werd, zo als boven gezegd is, in een Tournoispel, in het Jaar 1258, dodelijk gewond, en stierf den 7 April van dat Jaar.
FLORIS, die ten tijde van den Bisschop BALDUINIS DEN II, het Burggraafschap van Koeverden bekleedde, was, door OTTO, Graaf van Gelder, of, zo als EMMIUS zegt, door eigen gierigheid, aangezet om de Kooplieden, die goederen en levensmiddelen uit Friesland naar 't Graafschap Benthem en elders vervoerden, met onmatige tollen te bezwaaren. En daar hij des Graaven van Benthem en ook des Bisschops broeder was, doch deeze zo min als anderen ontzag, ontstond daar uit wel haast een oorlog onder hun. De Bisschop deed hem vermaanen en bestraffen; maar hier mede dreef hij zo langden spot, tot dat BALDUINUS zijnen broeder in den ban deed; ’t welk even weinig uitwerkte. Dus voerde de Bisschop een magtig Leger voor ’t Slot, en bestormde het zo geweldig, dat hij en zijn schoonzoon zig genoodzaakt vonden, het aan den Bisschop over te geeven. Tot Kastelein van Koeverden werd daar na aangesteld, een Hollandsch Ridder, GYSELBERT POTKYN genaamd.
Deeze FLORIS hadden den toenaam van VERNENBURG, en was getrouwd met de moeder van de gebroeders RUDOLPHUS en VOLKERUS, wier vader mede RUDOLF genaamd was, die, in naam van zijnen oudsten stiefzoon, Slotvoogd van Koeverden was.
Zie BEIKA; Oudheden van Groningen, bl. 529 en 530.