ook wel Dam genaamd, een Steedje in Vlaanderen, of eigenlijk onder het Vrije van Brugge behoorende, en ’t welk dezelfde voorrechten geniet als Oostende. De eerste aanleggers daarvan waren Zeeuwen en Hollanders. Kort na het jaar duizend, werden de Eilanden, door Keizer HENDRIK DEN TWEEDEN, toegekend aan BOUDEWIJN MET DEN BAARD. Hieruit ontstond een langduurige oorlog, tusschen de Hollanders en Vlamingen. Elk zocht zijn oud recht, uit kracht van Donatie van LODEWIJK DEN TWEEDEN, staande te houden.
Omtrent het jaar 1171 werd ’er een vrede bewerkt, tusschen FLORIS DEN DERDEN en PHILIPS VAN ELSATEN, Graave van Holland en Vlaanderen: waarbij bepaald werd, dat de Vlamingen zouden hebben het Land van Waas, en de Hollanders Walcheren, met de andere Eilanden over de Schelde; mids zij ook Graavers moesten zenden, om den Dijk, die bij Brugge doorgebroken was, te herstellen; waartoe de Vlamingen, met alle aangewende moeite, buiten staat gebleeven waren. Graaf FLORIS zond, onmiddelijk eenige duizenden goede Graavers derwaarts, die, van de plaats af, daar nu Damme ligt, eenen grooten Dijk, tot aan Sluis toe, opwierpen; zijnde dit groote werk reeds in het jaar 1180 voltrokken. Ter vergeldinge van den vlijt dezer arbeideren, gaf Graaf PHILIPS hun een stuk lands, om daarop een Stad te bauwen. Terstond vielen de Hollanders en Zeeuwen aan het werk, en noemden de nieuwgebouwde Stad Damme of Dam, naar den Dijk, dien zij geleid hadden. Dezelfde Graaf begiftigde de Vreemdelingen, die ’er wilden komen, met veele voorrechten, en ook met de vrijheid van lasten en tollen door gantsch Vlaanderen. Op deze wijze kwam dan Walcheren, met de daar bij gelegene Eilanden, die meer dan honderd jaaren onder de Vlamingen gestaan hadden, aan de Graaven van Holland.
Veel verschil is ’er onder de Schrijvers, aangaande den tijd, wanneer dit gebeurd is, die door den eenen vroeger, en door den anderen laater gesteld wordt. Dit verschil is veroorzaakt, door de geduurige oorlogen, en dus ook door menigvuldige vredesonderhandelingen, tusschen de Vlamingen en Hollanders. MARCHANT, noemt, te recht, de Eilanden, tusschen Holland en Vlaanderen, Twist-Eilanden. Van een laater verdrag spreekende, zegt hij: Maar als Willem de Tweede, Graave van Holland was, en die ook naderhand Roomsch Koning werd, heeft hij de gelegenheid waargenomen van die van Avenes, die tegen zijn moeder rebelleerden, in welken oorlog de Vlamingen te kort schoten, en zeer groote schade leden; daarna als hij dood was, werd het dus gesteld, dat Floris de Vijfde, zijn zoon, de dochter van Gui van Dampiere trouwde, en met haar zou hebben den tijtel van Graaf der Zeeuwsche Eilanden.
Damme werd, in het jaar 1138, met muuren omringd, en sedert regelmatig versterkt. Na den veldslag van Rammelies, in het jaar 1760, onderwierp Damme zig aan de Bondgenooten; doch is, naderhand, wederom gesteld onder de Steden, die tot Oostenryksch Vlaanderen behooren.
Zie RATJ, MARCHAND, VOSSIUS, MEIJERUS, SCRIVERIUS en andere.
