of Burghoorn, een Dorp in Noordholland, onder Alkmaar, in het Baljuwschap van de vrije Heerlijkheid Schagen. Onder SIGEBERT DEN TWAALFDEN, Koning van Austrasie, viel RUDULPHUS, Gouverneur van Thuringen, van hem af, maakte een verbond met de Slaven, Vinidi genaamd, en sloeg het leger van zijnen meester. FAUCHES, na dit, op het jaar 652, verhaald te hebben, zegt dat Koning SIGEBERT door het bosch Burchone trok; verstaande daardoor, dat gemelde Vorst door het woud Burchone trok, bij het Klooster of de Abdij van Fulda, in het stukje lands, de Buchen genaamd, (tusschen Thuringen, Frankenland, de Wetterau en Hessen gelegen,) door hem in Thuringen geplaatst.
VAN DER HOUVE, die, van Thuringen, Thurdrecht, dat is, Dordrecht, en dus van Thuringers, Dordrechttenaars, en ook Duursteeders maakt, ontkent dat het bovengemelde in het Duitsche Thuringen voorgevallen zou zijn, maar wil dat het geschied zij in het Batavisch Thuringen, waarvan hij Thuringer- of Duringer-Stad en Thurdrecht de twee hoofdsteden maakt. Ook stelt hij dat SIGEPERT over den Rhijn, voorts door Burchone in Westfriesland, en vandaar door Holland naar Dordrecht getrokken is. De Leezer zal ligt begrijpen, hoe weinig staat ’er op die denkbeeldige togten te maaken zij. Burghorn is thans een kleine Polder, in 1460 bedijkt, hebbende den Ban van Schagen ten Oosten of Noord-oosten, Valkoog ten Zuidoosten, en Zijpendijk ten Noord-westen; maakende, in deszelfs ligging, genoegzaam een’ driehoek. Dezelve beslaat, volgens de Quohieren, niet meer dan drie honderd vijftien Morgens en drie honderd zestig roeden lands, en slechts vijf huizen.Zie VAN DER HOUVE, I. Deel, p. 141.