een zeer vermaard Klooster, dat, vóór de tijden der Hervorming en van den Spaanschen Oorlog, in Gelderland, nabij Arnhem, aan den IJsselstroom gesticht was, voor Nonnen van de Orde van ST. AUGUSTIJN.
In het Jaar 1429 werd het, ter begeerte van Hertog REINOUD VAN GELDER, door Bisschop FREDRIK VAN BLANKENHEIM, ingewijd, en gesteld onder dat van Windesheim. Dan zo wel van dit als van Mariëndaal en Monnikhuizen, alle drie onder het Schependom van Arnhem behoorende, is niet meer dan de grondslagen overig. De eerste Opzichter over dit Klooster was JOHANNES A KEMPIS, Broeder van THOMAS.Zie PONTANUS, Geldersche Geschiedenissen, I. Deel, p. 97, II. Deel, p. 192.