een oud Adelijk Geslacht, gesproten uit een jonger Zoon der Heeren VAN MECHELEN. Deeze was ARNOUT BARTHOUT, Heer van Berchem en Ranst, Zoon van WOUTER DEN TWEEDEN, Heer van Mechelen. Zijn oudste Broeder, en opvolger van den Vader, was WOUTER DE DERDE.
ARNOUT BARTHOUT leefde in ‘t Jaar 1212. Zijn eene Zoon, WOUTER VAN BERCHEM, gezegd RANST, heeft door WOUTER, zijnen oudsten Zoon, den stam voortgezet. Deeze trouwde ELISA D’AA, en won bij haar CONSTANTINA VAN BERCHEM, overleeden 1358. Uit hem is voortgekomen JACOB VAN RANST, die ter huis vrouwe had JOHANNA VAN LANDEGEM, waarbij hij teelde WILLEM VAN RANST. Deeze, te heet van hoofd, om zig bescheiden te gedragen, in de tegenwoordigheid van hun, die zig, met sleepende Processen, en handelingen, gegrond op de uitvoering van ‘s Konings Plakaaten, Meester van zijns Vaders goederen maakten, en boven dien een afkeer hebbende van de handelwijzen, die met de Onroomschen gehouden werden, begaf zig, in ‘t Jaar 1587, uit de Overheerde, naar de Vrije Nederlanden, waarin, en bijzonderlijk in Zeeland, uit hem en zijne Gemalinne CATHARINA KOLVE, veele aanzienlijke nazaaten voortgekomen zijn. Onder deze heeft JAN, Zoon van Heer JACOB VAN BERCHEM, gehuwd aan RACHEL DE POTTERE, nagelaten JAN VAN BERCHEM, Ridder, Gecommitteerde ter Rekenkamer van Zeeland, wegens de eerste Edelen, en begraaven in de Fransche Kerk te Middelburg. Heer JACOB VAN BERCHEM, Zoon van PIETER, was Hofmeester van Prins MAURITS. Hij trouwde, 1621, ELISABETH VAN SCHOUWEN. Bij SMALLEGANGE vindt men het geheel Geslachtregister van BERCHEM.
Zie zijne Chronijk van Zeeland, fol. 719 en 720.