Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

BECIUS, Johannes

betekenis & definitie

was weleer Hoogleeraar te Middelburg, en naderhand Predikant onder het Kruis, of van den zogenaamden Olijfberg. In 1664 verklaarde hij tot de Remonstranten te behooren; doch anderen zeggen, dat hij een Sociniaan was.

In Zeeland werden veele vruchtlooze poogingen aangewend, om hem tot de Gereformeerde Kerk te rug te brengen. Hij begaf zig naar Holland, doch aldaar weigerde men, zijne Attestatie aanteneemen; waarop hij eene Zedige Verantwoording schreef, die door de Magistraaten verboden, en hem de Provintie ontzegd werd. Hij leidde een zwervend leven; zig nu te Dordrecht, dan te Rotterdam, en dan weder te Amsteldam in stilte onthoudende; in welke laatste plaats waarschijnelijk hij overleden is. Eene Apologie van hem werd naderhand in het openbaar verbrand.Zie LE REU, Geletterd Zeeland.

< >