Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

ARENDS, Jan

betekenis & definitie

geboren te Alkmaar. In zijne jeugd had hij het mandemaaken geleerd, bij eenen GERRIT ALBERTS, een man, welke de Leer der Roomsche Kerk verlaaten en die der Hervormden omhelsd had. Men heeft reden om te gelooven, dat hij ook de eerste geweest is, die zijnen leerling, zo wel in het een als in ’t ander, onderweezen heeft.

ARENDS, tot meerderjaaren, en, door oeffening, ook tot meerder kennis in de leere der waarheid gevorderd zijnde, plantte, gedreeven door eene prijswaardige liefde voor dezelve, die wederom voort bij anderen. Doch meester en knecht vonden zig genoodzaakt, om den haat van eenen ELBERT HUIK, Pastoor te Alkmaar, te ontgaan, met het begin van het jaar 1566, Alkmaar te verlaaten. ARENDS met Vrouw en Kinderen belast zijnde, trok naar Kampen, en leerde en predikte aldaar in ’t verborgen. Ook kwam hij, nu en dan, in Holland, om de daar verschoolene belijders der waarheid te troosten. Door eenige weinige Amsteldammers, bij welke hij bekend was, werd hij verzocht te prediken. Eerst verrichtte hij dit, den 14den Julij van het gemelde jaar, te Hoorn; daarna waagde hij het even buiten zijne geboortestad, boven Haarlem; en op ’t laatste van die maand te Amsteldam, buiten de Haarlemmerpoort, op de zogenaamde Rietvink. Na dat hij, den 4den van de volgende maand, nog eens te Buiksloot en elders gepredikt had, verbond hij zig aan de Amsteldamsche Gemeente, die het reeds zo verre gebracht had, van in twee kerken te mogen prediken. Waarlijk, een groote en zonderlinge verandering: want, op den 8sten Julij, waren nog 600 Gl. op zijn persoon gesteld. Dit alles is omstandiger door mij geboekt, in mijn Amsteldams Eer en Opkomst door middel der Kerk-Hervorming. Doch deeze zonderlinge voorspoed was van geen langen duur: want, in het volgende jaar, keerde de kans zodanig ten nadeele, dat hij, met SCHELTIUS, de vlugt naar Emden moest neemen; in welke schuilplaats zij wel ontvangen werden. In het jaar 1572, werd hij beroepen te Alkmaar; in 1573 was hij Praeses op de Noorhollandsche Sijnode.

Op het Art. ALKMAAR hebben wij gezien, dat hij, in zijne geboortestad, geduurende het beleg der Spanjaarden, zeer godvruchtig overleed. En schoon hij met geen uiterlijken praal van geleerdheid, noch kennis van taalen voorzien was, vind men, echter, doorgaans van hem getuigd, dat hij tot den Predikdienst, tijd en omstandigheden in het oog houdende, niet onbekwaam was. Deeze ARENDS moet onderscheiden worden van eenen anderen JAN ARENDS, een Luthersch Leeraar, geboren Ao. 1555, die zig een naam gemaakt heeft, door zijn alom bekend werk: De tien hoeken van het waare Christendom, enz.

Zie BRANDT, Hist. der Reform. I. Deel; CROESE, Naamregister der Pred. Amsteld. Eer en Opkomst, IVde Boek, waar in men alle zijne bedrijven gemeld vindt.

< >