- Kleine koeien hebben ook horens (spreekwoord)
- Kleine mesthoop - kleine graanzolder (spreekwoord)
- Kleine mesthoop, kleine graanzolder (spreekwoord)
- Kleine muizen hebben grote oren (spreekwoord)
- Kleine nestjes zijn gauw gebouwd (spreekwoord)
- Kleine oordjes van iets maken (spreekwoord)
- Kleine oorzaken hebben dikwijls grote gevolgen (spreekwoord)
- Kleine oorzaken, grote gevolgen (spreekwoord)
- Kleine potjes hebben grote oren (spreekwoord)
- Kleine potjes hebben ook oren (spreekwoord)
- Kleine potjes hebben oren (spreekwoord)
- Kleine potjes lopen gauw over (spreekwoord)
- Kleine regen dringt door en maakt grote plassen (spreekwoord)
- Kleine regen stilt grote wind (spreekwoord)
- Kleine rivieren maken een grote stroom (spreekwoord)
- Kleine takken ontsteken het vuur, en grote onderhouden het (spreekwoord)
- Kleine vogels, kleine nesten (spreekwoord)
- Kleine vogeltjes maken kleine nestjes (spreekwoord)
- Kleine vossen bederven de wijngaard (spreekwoord)
- Kleine vossen die de wijngaard bederven (spreekwoord)
- Kleine waterdroppels (spreekwoord)
- Kleine willen dragen grote gewichten weg (spreekwoord)
- Kleine willen, dragen grote gewichten weg (spreekwoord)
- Kleine zorgen maken spraakzaam, grote stom (spreekwoord)
- Klem zitten (spreekwoord)
- Kleppen als een ooievaar (spreekwoord)
- Kleren maken de man (spreekwoord)
- Kleur bekennen (spreekwoord)
- Kleuren tot achter zijn oren (spreekwoord)
- Klimmen als een aap (spreekwoord)
- Klinken als een klok (spreekwoord)
- Klinkende munt spreekt overal verstaanbare taal (spreekwoord)
- Klinkende munt wordt overal verstaan (spreekwoord)
- Klinkt het niet, zo botst het (spreekwoord)
- Klop krijgen (spreekwoord)
- Klu (afkorting)
- Km. (afkorting)
- Kmar (afkorting)
- Knalrood zijn (spreekwoord)
- Kneed de klei wanneer ze week is (spreekwoord)
- Kneedt de klei wanneer ze week is (spreekwoord)
- Knersen als een verdoemde (spreekwoord)
- Knettergek zijn (spreekwoord)
- Kni. (afkorting)
- Knie over elleboog werken (spreekwoord)
- Knock-out zijn (spreekwoord)
- Knoeiwerk afleveren (verrichten) (spreekwoord)
- Knopen in biezen zoeken (spreekwoord)
- Knopen in de biezen zoeken (spreekwoord)
- Knopen tellen (spreekwoord)
- Knopen zoeken in een bies (spreekwoord)
- Knorren aan de volle bak (spreekwoord)
- Knorven in biezen zoeken (spreekwoord)
- Knt. (afkorting)
- Knt. Bach. (afkorting)
- Knt. Leg. Hon. (afkorting)
- Knuppel uit de zak spelen (spreekwoord)
- Knuppel uit-de-zak spelen (spreekwoord)
- Kodibu. (afkorting)
- Koeien die het meest brullen, geven de minste melk (spreekwoord)
- Koeien die loeien zijn zelden goeien (spreekwoord)
- Koeien die loeien, zijn zelden goeie (spreekwoord)
- Koeien die meest brullen geven de minste melk (spreekwoord)
- Koeien met gouden horens beloven (spreekwoord)
- Koeien met witte voeten mogen op het kerkhof grazen (spreekwoord)
- Koeien van letters (spreekwoord)
- Koeien, die meest brullen, geven de minste melk (spreekwoord)
- Koek en ei zijn (spreekwoord)
- Koek naar geld (spreekwoord)
- Koek noch deeg van iets hebben (spreekwoord)
- Koeken hebben (spreekwoord)
- Koffen en smakken zijn water bakken (spreekwoord)
- Koffiedik kijken (spreekwoord)
- Koh. (afkorting)
- Koiz. (afkorting)
- Koken als een zee (spreekwoord)
- Koken moet kosten (spreekwoord)
- Koken van woede (spreekwoord)
- Kol. (afkorting)
- Kol. Bk. of: Kolbank. (afkorting)
- Kolchosy. (afkorting)
- Kolezima. (afkorting)
- Kom Elsje, hey, komt in (spreekwoord)
- Kom daar nu nog eens om (spreekwoord)
- Kom ik er vandaag niet, dan kom ik er morgen (spreekwoord)
- Kom ik er vandaag niet, dan kom ik er morgen wel (spreekwoord)
- Kom je daar nu eerst (nog) mee aandragen? (spreekwoord)
- Kom, kom! Niet zo somber (spreekwoord)
- Komen afzakken (spreekwoord)
- Komen als een dief in de nacht (spreekwoord)
- Komen als een donderslag bij heldere hemel (spreekwoord)
- Komen als een engel uit de hemel (spreekwoord)
- Komen als een hond in de hutspot (spreekwoord)
- Komen die tijden, dan komen die plagen (spreekwoord)
- Komen of men geroepen is (spreekwoord)
- Komen van heinde en ver (spreekwoord)
- Komende (grote) gebeurtenissen werpen hun schaduwen vooruit (spreekwoord)
- Komimo (afkorting)
- Kominform (afkorting)
- Komintern (afkorting)