Definities van Zuidnederlands Woordenboek in de Ensie O
- oorkussen
- oorlof
- op
- opblinken
- opbouw
- opbrengen
- opbrengsteigendom
- opbrengsthuis
- opcentiemen
- opdeciemen (opdecimes)
- opdienster
- opdientafel
- opdoen
- opdringen
- openen
- openhouden
- openluchtig
- openluchtklas
- openstaan
- openstellen
- opentrekken
- openverklaren
- openzetten
- opfrissen
- opgedrongen
- opgekropt
- opgeleefd
- opgemaakt
- opgemerkt
- opgeven
- opgever
- opgezet
- ophalen
- ophebben
- opjagen
- opkomen
- opkoteren (opkotteren)
- opkramen
- opkuisen
- opladen
- oplappen
- opleg
- opleggen
- opleiden
- opleren
- oplopen
- opmaken
- opneemdoek
- opneemvod
- opnemer
- oppensioenstelling
- oppergaai
- oppervlakkigaard
- opplooien
- oppuntstelling
- oprustgesteld
- opruststelling
- opscharren (opscharen)
- opschieten
- Opschik
- opschikken
- opslorpen
- opsloven
- opsmijten
- opsolferen
- opstappen
- opsteken
- opsteller
- opstoken
- opstoven
- opstropping
- optie
- optieker
- optrekken
- opvoeder
- opvragen
- opvullen
- opzeg
- opzetten
- opzicht
- opzichtelijk
- opzitten
- opzoeking
- ordewoord
- ordinator
- oreillons
- organisme
- orgelist
- orgelpunt
- oriëntatiegraad
- orkestreerder
- os
- ouderdom
- ouderling
- oudmannekenshuis
- oudmodisch
- outer (outaar)
- ovenbuur
- over
- overeen