Definities van Woordenboek voor praktische kennis in de Ensie K
- Kardoes (krijgskunde)
- Karmijn
- Karos (landbouw)
- Kartel (bouwkunde)
- Karteldarm (ontleedkunde)
- Kartelen
- Kartets (krijgskunde)
- Kartouw
- Karwei (slager)
- Kassei
- Kasseler rib (keuken)
- Kassier
- Kat(krijgskunde)
- Katanker (scheepvaart)
- Katgrauw (griendteelt)
- Katijvig
- Kattekop
- Kattekop (lokomotief)
- Katten (handel)
- Katten (zeilen)
- Kattengoud
- Kattesporen (scheepsbouw)
- Kattetongen (koekbakker)
- Katzwijm (zeilvaart)
- Kavel (handel)
- Kaviaar
- Kazemat (krijgskunde)
- Kazuifel
- Kee (visscherij)
- Keerbeitel (timmerman)
- Keerteen
- Keest
- Keet (bouwkunde)
- Keg
- Kegel (bijenteelt)
- Kegel (wiskunde)
- Kegelen (paard)
- Kegelsnede
- Keileem
- Keizersnede (verloskunde)
- Kelderwind
- Kelk
- Kemelshaar
- Kemenade
- Kenteren (zeilvaart)
- Kentering (scheepvaart)
- Keper
- Kerkeraad
- Kerkvaders
- Kerkvoogd
- Kernlissen
- Kernzeep
- Kerspel
- Kerstenen
- Kerstkrans (keuken)
- Kervel (keuken)
- Kesp (bouwkunde)
- Keteldoofheid
- Ketelkoek, (keuken)
- Ketelmuziek
- Ketting (lengtemaat)
- Kettingbreuk
- Kettinghandel
- Keulsche aarde
- Keur (gehalteteeken)
- Keurmede
- Keurnagel
- Keurs
- Keus (kleederdracht)
- Keuspot (waterbouwkunde)
- Keuvel
- Kevel
- Kevik
- Kibbeling, (visscherij)
- Kieft (molenmakerij)
- Kiel
- Kiel (plantkunde)
- Kiel (scheepsbouw)
- Kiel (waterbouwkunde)
- Kielboot
- Kiembladen (plantkunde)
- Kiemschijf
- Kienhout
- Kiep
- Kiezelalgen
- Kiezelgoor
- Kiezellei
- Kif (looierij)
- Kikker (zeilvaart)
- Kil (bouwkunde)
- Kim (kuiperij)
- Kim (scheepsbouw)
- Kimduiking
- Kin (tuinbouw)
- Kinderverlamming
- Kinkhoest
- Kistdam (waterbouwkunde)
- Kisting (waterbouwkunde)
- Kit
- Kits