Gepubliceerd op 18-08-2020

Kiel (scheepsbouw)

betekenis & definitie

Een overlangsche balk aan den bodem van het schip, waaraan de spanten zijn bevestigd en die een stevig verband aan het schip geeft. Vroeger maakte men uitsluitend schepen met een uitwendige kiel.

Deze treft men nu nog slechts aan bij zeilschepen, zeesleepbooten en visschersvaartuigen, zeiljachten en reddingsbooten. De gewone koopvaardijschepen zijn alle platboomd. De uitwendige kiel is vervangen door een plaatkiel, een ietwat dikkere gang van huidplaten over de geheele lengte van den scheepsbodem. Loodrecht op die plaatkiel staat binnenboord een overlangsche plaat, eveneens over de geheele lengte van het schip. Die plaat heet middenzaathout. Het geeft aan het schip de vereischte stevigheid en vervangt dus de kiel.

< >