Gepubliceerd op 18-08-2020

Karmijn

betekenis & definitie

Een roode verfstof, die vroeger, voordat de teerkleurstoffen bekend waren, veel gebruikt werd. Zij wordt verkregen uit kermesschildluizen, die in Mexico, Oosten West-Indië op cactussen worden gekweekt en, gedroogd en gemalen, als cochenille in den handel zijn.

De eerste cochenille kwam in 1526 in Europa, zonder dat men de herkomst wist. Pas in 1729 kwam de Nederlander De Ruuscher er achter, dat de stof uit gemalen schildluizen bestond. Op Java werd deze luis uit Mexico ingevoerd. In den regentijd brengt men ze onder dak, om ze in den drogen tijd buiten op cactussen te zetten. Na 6 weken zijn ze volwassen. De wijfjes zijn ongevleugeld en zonder schild.

Na de bevruchting zwellen zij sterk op en worden paars. Voordat ze eieren leggen worden ze doodgemaakt en gedroogd (purperkorrels). Dichters spreken van karmozijn.

< >