Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie S
- Schematisme
- Schemel
- Schemer
- Schemerachtig
- Schemeravond
- Schemerdonker
- Schemeren
- Schemerig
- Schemering
- Schemerlamp
- Schemertoestand
- Schemeruur
- Schendel
- Schendelbeke
- Schenden
- Schenderij
- Schending
- Schendtong
- Schenk (drank)
- Schenk (steel)
- Schenk, ard
- Schenk, erich
- Schenk, otto
- Schenk, pieter
- Schenkblad
- Schenkel
- Schenken
- Schenker
- Schenking
- Schenkingsakte
- Schenkingsrecht
- Schenkkan
- Schenkkurk
- Schenkmandje
- Schenkpan
- Schenkrand
- Schennis
- Schep (gereedschap)
- Schep (hoeveelheid)
- Scheparm
- Schepbord
- Schepdaal
- Schepel
- Schepeling
- Schepen
- Schepen (scheepte, heeft en is gescheept)
- Schepenbank
- Schepenbrief
- Schependom
- Schependomsrecht
- Schepenkamer
- Schepenkennis
- Schepenkroon
- Schepenrecht
- Schepens
- Schepenwet
- scheper
- Schepers
- Schepguts
- Schepje
- Schepmelk
- Schepnet
- Schepp
- Scheppen (sterk werkwoord)
- Scheppen (zwak werkwoord)
- Scheppend
- Schepper (behorend bij sterk werkwoord scheppen)
- Schepper (behorend bij zwak werkwoord scheppen)
- Scheppers, broeders van
- Schepping
- Scheppingsboek
- Scheppingskracht
- Scheprad
- Scheprand
- Schepsel
- Scheren (inkorten of snel bewegen)
- Scheren (staande uitdrukking)
- Scheren (van draden of touw)
- Scherenkust
- Scherens
- Scherf
- Scherfbom
- Scherfig
- Scherfvrij
- Scherfwerking
- Schering
- Scheringsdraad
- scherlei
- Scherlings
- Scherm
- Schermbloemigen
- Schermbos
- Schermen
- Schermer (gemeente)
- Schermer (polder)
- Schermer, persoon
- Schermerboezem
- Schermerhorn
- Schermerhorn, (dorp)
- Schermhandschoen