o. (-en),
1. wat dient tot bescherming, afwering of alleen om iets aan het gezicht te onttrekken; losse, opstaande, lichte wand waarmee men een deel van een vertrek aan het gezicht onttrekt, tocht tegenhoudt enz.: kamerscherm, vuurscherm;
2. toneelgordijn, doek: het ophalen, laten zakken; elk van de losse stukken wand die een toneel omsluiten, coulisse: achter de schermen blijven, m.n. fig., niet voor den dag komen, niet openlijk optreden; achter de schermen gekeken hebben, op de hoogte zijn van de intieme, werkelijke verhoudingen;
3. doek of vlak waarop beelden geprojecteerd worden: projectiescherm, televisiescherm;
4. (plantkunde) umbella, een bloeiwijze waarbij even lang gesteelde bloemen uit één punt ontspringen (in feite is de hoofdas zeer kort, waardoor de bloemen op gelijke hoogte ingeplant lijken). bloeiwijze, Umbelliferae.