(schermde, heeft geschermd),
1. het voeren van een tweegevecht waarbij de deelnemers zijn gewapend met steek-, houw- of slagwapens; m.n. als tak van sport; hij schermt meesterlijk;
2. (bij vergelijking) bewegingen maken als bij de genoemde handeling, druk in het rond zwaaien: met de armen schermen; de kieviten schermen, werpen zich met allerlei kronkelbewegingen de lucht in om de aandacht van het wijfje te trekken;
3. (fig.) met iets het met veel drukte als argument gebruiken; met woorden schermen, grote woorden gebruiken.
Van oudsher is het tweegevecht met wapens bekend, in de eerste plaats voor krijgsdoeleinden, maar ook voor oefening en ontspanning. Min of meer gereglementeerde vormen van schermen bestaan sinds mensenheugenis. In het oude Egypte was schermen als sport reeds behoorlijk ontwikkeld; er waren schermscholen in het oude Griekenland en het Romeinse Rijk. In de nadagen van het Romeinse Rijk en in de middeleeuwen werden de wapens en dekkingsmiddelen steeds zwaarder; kracht en lichaamsbouw werden belangrijker dan snelheid en behendigheid. Tegen het eind van de middeleeuwen boette de schermkunst voor oorlogsdoeleinden aan belang in, m.n. door steeds algemenere toepassing van vuurwapens. Maar tegelijk ontwikkelde zich het schermen als sport en als middel om een duel uit te vechten. In de 15e eeuw werd schermen gereglementeerd.
In de schermsport kent men drie wapens: floret, degen en sabel. Floret en degen zijn steekwapens, de sabel is een houwen slagwapen. Doel bij het schermen is het raken van het lichaam van de tegenstander, overigens zonder de opzet deze te verwonden. Ter bescherming dragen schermers een gezichtsmasker. Bij floretschermen zijn romp en rug trefvlak; treffers buiten dit gebied geplaatst zijn niet geldig. Bij sabelschermen vormen romp, rug, hoofd, armen en handen het trefvlak; bij degenschermen is het gehele lichaam trefvlak.
Elke treffer levert een punt op, dat onmiddellijk op een scorebord zichtbaar wordt gemaakt, doordat het wapen een contactpunt heeft dat bij een bepaalde druk een elektrische melder in werking stelt. Na elke treffer wordt de strijd onderbroken en nemen de spelers de aanvangspositie in. Dames die alleen floretschermen schermen om vier treffers, heren om vijf. Bij een gelijke stand wordt verlengd indien de wedstrijd een tijdslimiet heeft. De eerste treffer in de verlenging betekent dan de overwinning. Bij degenschermen betekent een gelijk aantal treffers een nederlaag voor beide spelers.
De organisatie in de schermsport is in Nederland: de Koninklijke Ned. Algemene Schermbond waarbij ca. 50 clubs met in totaal ca. 1600 leden zijn aangesloten; in België: de Koninklijke Belg. Federatie der Schermkringen, opgericht in 1896. Beide landen zijn aangesloten bij de Fédération Internationale d’Escrime.
LITT. C.Simonian, Fencing fundamentals (1968).