Occulte woorden tolk

G. de Purucker (1981)

Gepubliceerd op 03-03-2025

Śishta’s

betekenis & definitie

(Sanskriet). Dit woord betekent “overblijfselen” of “overschot” of “resten” — alles wat overblijft of achterblijft.

In de speciale toepassing waarin dit woord in de Oude Wijsheid wordt gebruikt, zijn de Śishta’s die superieure klassen — ieder van haar eigen soort en tot haar eigen rijk behorende — die op een planeet worden achtergelaten wanneer deze in een toestand van verduistering overgaat, om als levenszaden dienst te doen bij de komst van de volgende binnenstromende levensgolf, wanneer de dageraad van de nieuwe manvantara op die planeet aanbreekt.Wanneer een rijk overgaat naar zijn volgende bol, laat het zijn Śishta’s achter, de levens die het allerhoogste stadium van evolutie vertegenwoordigen dat door dat rijk in die ronde is bereikt, maar het laat ze als het ware slapend achter: sluimerend, betrekkelijk onbeweeglijk, de levensatomen daarbij inbegrepen. Echter niet zonder leven, want alles is even levend als ooit en er is nergens “dode” materie; maar de Śishta’s, gezamenlijk beschouwd als de overblijfselen of resten van de levensgolf die verder is gegaan, zijn slapend, sluimerend, rustend. Deze Śishta’s wachten op de komst van de levensgolven in de volgende ronde en dan ontwaken ze weer tot een nieuwe cyclus van activiteit als de zaden van het nieuwe rijk of de nieuwe rijken — hetzij van de drie elementale rijken of het mineralen- of planten- of dierenrijk of het volgende mensenrijk.

In een beperktere en nog specifiekere zin zijn de Śishta’s de grote Uitverkorenen of Wijzen, die na iedere Verduistering worden achtergelaten.

< >