Dit is een term waarmee de gezamenlijke monaden worden aangeduid, die in zeven of tien groepen kunnen worden verdeeld, afhankelijk van de classificatie waarvan men uitgaat. De monade is een geestelijke ego, een bewustzijnscentrum en is in de geestelijke gebieden van het universele leven wat de levensatomen zijn in de lagere gebieden van de vorm.
Deze monaden en levensatomen vormen gezamenlijk de zeven (of tien) Levensgolven — deze monaden met de levensatomen waarin en waardoor zij werken; deze levensatomen zijn — toen de vorige planeetketen in pralaya ging — in de ruimte achtergebleven als kosmische stof op het stoffelijk gebied, en als daarmee corresponderende levensatomen of levensdeeltjes van gedifferentieerde stof op de tussengebieden boven het stoffelijke. Door de werking van de monaden bij hun afdaling in de stof — of beter door middel van de monadische stralen die doordringen in de lagere gebieden van de stof — worden de bollen opgebouwd. Elk van de zeven (of tien) Levensgolven of scharen van monaden bestaat uit monaden in zeven (of tien) graden van ontwikkeling.Wanneer de scharen van wezens die de Levensgolf vormen — welke Levensgolf uit de entiteiten bestaat die afkomstig zijn van een vroegere, nu dode planeet, in ons geval de maan — voelen dat de tijd voor hen is aangebroken om hun eigen speciale evolutionaire reis te beginnen, cirkelen ze als een Levensgolf omlaag langs de planeetketen, die voor hen in gereedheid is gebracht door de drie scharen van elementaire wezens uit de drie primordiale elementaire werelden, de voorlopers van de Levensgolf, waarvan ze niettemin integrerende delen uitmaken. Deze Levensgolf doorloopt in het geheel zeven keer de zeven bollen van onze planeetketen; eerst cirkelt ze langs de schaduwboog omlaag door alle zeven elementen van de kosmos en doet in elk daarvan ervaring op, waarbij iedere afzonderlijke entiteit van de Levensgolf, van welke klasse of aard ze ook is — geestelijk, psychisch, astraal, mentaal, goddelijk — verder gaat totdat ze op het laagste punt van de boog, wanneer het midden van de vierde ronde is bereikt, het einde van de neerwaartse impuls voelt. Dan begint de opwaartse impuls, het weer omhoog gaan langs de lichtende boog, naar de bron waaruit de Levensgolf oorspronkelijk voortkwam.
