De leer die betrekking heeft op onze planeetketen, gewoonlijk die van de zeven Ronden genoemd, houdt in dat de levenscyclus of levensgolf haar evolutionaire reis begint op bol A, de eerste van de reeks van zeven (of tien) bollen; dan, na daar haar cyclussen te hebben voltooid, gaat ze omlaag naar bol B, vervolgens naar bol C, en dan naar bol D, onze aarde; dan naar bol E op de klimmende boog, dan naar bol F en dan naar bol G. Dit zijn de zeven geopenbaarde bollen van de planeetketen.
Dit is één planetaire Ronde. Na de planetaire Ronde volgt een planetair of keten-nirvāna, totdat de tweede Ronde op dezelfde manier begint, maar in een verder “gevorderd” stadium van evolutie dan in de eerste Ronde.Een bol-Ronde is één van de zeven rondgangen van een levensgolf in haar planetaire Ronde op één (en dus op en door elk) van de bollen. Wanneer bijvoorbeeld de levensgolf door bol D is gegaan en haar cyclussen op bol D heeft beëindigd, is dat de bol-Ronde van bol D voor die bijzondere planetaire Ronde, en dat geldt voor alle respectievelijke bollen. Zeven wortelrassen vormen één bol-Ronde. Er zijn dus zeven bol-Ronden (één bol-Ronde voor elk van de zeven bollen) in iedere planetaire Ronde.
Zeven planetaire Ronden komen overeen met één kalpa of manvantara of Dag van Brahmā. Wanneer zeven planetaire Ronden zijn voltooid, wat wil zeggen negenenveertig bol-Ronden (of bol-manvantara’s) volgt een nog hoger nirvāna dan dat tussen de bollen G en A na iedere planetaire Ronde. Dit hogere nirvāna valt samen met wat een pralaya van die planeetketen wordt genoemd, welk pralaya voortduurt totdat de cyclus opnieuw terugkeert om een nieuwe planeetketen te vormen, die dezelfde scharen van levende wezens bevat als de voorafgaande keten en die nu zijn voorbestemd de nieuwe planeetketen te betreden, maar op en in een hogere reeks van gebieden of werelden dan in de voorgaande.
Wanneer er zeven van dergelijke planeetketens met hun verschillende kalpa’s of manvantara’s voorbij zijn, dan is deze zevenvoudige grote cyclus één zonnemanvantara en verzinkt het zonnestelsel in het zonne- of kosmische pralaya.
Er bestaan buitenronden en binnenronden. Een binnenronde omvat één Ronde van de levensgolf in een planeetketen van bol A tot bol G en dit gebeurt in een planetaire manvantara zevenmaal.
De buitenronde wordt gevormd door de reis van de gehele levensgolf van een planeetketen in de circulaties van het zonnestelsel, van één van de zeven heilige planeten naar een volgende en dit zeven (of tien) keer.
Er is nog een ander aspect van de leer over de buitenronden dat hier niet kan worden toegelicht.