Occulte woorden tolk

G. de Purucker (1981)

Gepubliceerd op 03-03-2025

Skandha’s

betekenis & definitie

(Sanskriet). Letterlijk “bundels” of groepen eigenschappen, om de definitie van H.P.

Blavatsky te gebruiken. Wanneer in een leven de dood intreedt voor een mens, blijven de zaden van oorzaken die hij vroeger heeft gezaaid en die nog niet zijn ontwikkeld, nog niet tot bloei zijn gekomen en nog geen vrucht hebben gedragen, in zijn innerlijke en onzichtbare delen als latente en slapende impulsen achter: ze zijn latent als slapende zaden die in latere, in volgende levens tot ontwikkeling zullen komen. Het zijn psychologische impuls-zaden die slapen totdat te eniger tijd in de toekomst het juiste stadium aanbreekt om tot werkzaamheid te komen.In het geval van kosmische lichamen blijft ieder solair of planetair lichaam aan het einde van zijn lange levenscyclus en bij het ingaan van zijn pralaya, zijn prākritika-pralaya — de ontbinding van zijn lagere beginselen — in de ruimte bestaan in de hogere activiteiten van zijn geestelijke beginselen, terwijl zijn laagste beginselen, die zijn uiteengevallen, latent in de ruimte aanwezig zijn als Skandha’s in een laya-toestand.

Wanneer een laya-centrum (zie aldaar) tot activiteit wordt aangevuurd door de aanraking van willen en bewustzijnen op hun pad omlaag, die het zich belichamende leven vormen van een zonnestelsel, of van een planeet van een zonnestelsel, komt het centrum het eerst tot openbaring op zijn hoogste gebied en later op zijn lagere gebied. De Skandha’s worden de een na de ander tot leven gewekt: eerst de hoogste, vervolgens de tussenliggende en tenslotte de laagste, kosmisch en kwalitatief gesproken.

De term Skandha’s heeft in de theosofische filosofie de algemene betekenis van bundels of groepen eigenschappen die te zamen de hele reeks van materiële en ook mentale, emotionele en morele kwaliteiten vormen of samenstellen. Exoterisch vormen de Skandha’s vijf “bundels” eigenschappen, maar esoterisch zijn er zeven. Ze verenigen zich bij de geboorte van een mens en vormen zijn persoonlijkheid. Na de dood van het lichaam gaan de Skandha’s uiteen en blijven op zichzelf, totdat de reïncarnerende ego (zie aldaar) op zijn pad omlaag naar stoffelijke incarnatie ze opnieuw om zich heen verzamelt en zo een nieuwe vorm geeft aan de menselijke constitutie, gezien als een eenheid.

In het kort gezegd zijn de Skandha’s de gezamenlijke groepen eigenschappen of kwaliteiten die ieder individueel mens tot de persoonlijkheid maken die hij is; maar dit moet scherp worden onderscheiden van de individualiteit (zie aldaar).

< >