bedankte, h. bedankt (1 dank betuigen; 2 ontslag nemen of geven; 3 afwijzen; 4 abonnement opzeggen):
1. iemand voor iets bedanken;
2. hij heeft bedankt als lid dier sociëteit;
3. daar bedank ik voor (of: ik zou je bedanken), dat wijs ik af; ik bedank voor die eer;
4. voor De Gids als zn. o.: het bedanken van enige leden.