Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Pauw, Reinier

betekenis & definitie

REINIER PAUW, Zoon van dien ADRIAAN PAUW, welken wij, in de eerste plaats, van dit vermaard Geslagt vermeld hebben, was, even als zijn Vader, een aanzienlijk Koopman te Amsterdam, en een der eerste oprigters van de Oostindische Maatschappije, in den Jaare 1595. Vier jaaren te vooren was hij tot Raad der Stad verkoozen, terwijl hij reeds zints het naastvoorgaande jaar zitting hadt in Schepens Bank. Acht maalen bekleedde hij dien gewigtigen post, de laatste reize, als anderwerf Voorzittende, in den Jaare 1602. Uit Schepens Bank ging hij over in het Burgemeesterlijk gestoelte, in den Jaare 1605. In den Jaare 1613 deedt hij een keer na Engeland, nevens eenige andere Staatsleden, ter vereffeninge van geschillen tusschen de Engelsche en Nederlandsche Oostindische Maatschappijen. Een ijverig voorstander zijnde van de verheffinge van het Huis van Oranje, wendde hij, nevens anderen, zijne vlijtige poogingen aan, om 's Lands Advokaat VAN OLDENBARNEVELD te beweegen, tot handelinge met Prinse MAURITS op gelijken voet, als wel eer met Prins WILLEM was geschied, met opzigt tot de Graaflijke waardigheid. In den Jaare 1618 wierdt de Heer PAUW, van wegens Holland, benoemd tot het onderzoek der Heeren VAN OLDENBARNEVELD, HOGERBEETS en DE GROOT, en in het volgende jaar tot Regter over den eerstgenoemden aangesteld. 't Zij om deeze, of eenige andere reden, zeker is het, dat zints deezen tijd het aanzien van den Heere PAUW merkelijk begon te daalen. Naa het Jaar 1620, toen hij voor de achtste maal de Burgemeesterlijke waardigheid bekleedde, wierdt dezelve niet meer aan hem opgedraagen. 't Gemeen beschouwde hem met kleinagting, en verspreidde of geloofde ten zijnen opzigte veele nadeelige gerugten, onder andere, in den Jaare 1625, dat hij en zijne Zoonen Boter en Kaas den vijand hadden toegezonden, en dat zulks in Zeeland was ontdekt. Zij vervoegden zich bij mijne Heeren van den Geregte, en verworven van dezelve eene openbaare uitlooving van tweehonderd guldens, aan den aanbrenger van de uitstrooiers of verspreiders van dit gerugt. Zedert zal de Heer REINIER PAUW, in een ampteloozen staat, zijnen leeftijd geëindigd hebben.

< >