Zeelui, die in het verleden uitvoeren voor een lange reis, stierven na verloop van tijd heel vaak aan een vreemde ziekte, die ‘scheurbuik’ werd genoemd.
Scheurbuik werd veroorzaakt door een gebrek aan vitamine C in het menselijk lichaam.
De wetenschap heeft ontdekt, dat er talrijke vitaminesoorten zijn. Elk op hun eigen manier helpen ze ons lichaam stevig en gezond te houden. Vitamine A voorkomt een bepaalde oogziekte; vitamine H, beri-beri; vitamine D Engelse ziekte.
‘Vita’ is een Latijns woord, dat ‘leven’ betekent. Het woord vitamine werd uitgevonden door de in Polen geboren Amerikaanse geleerde Casimir Funk, die er als eerste in slaagde uit bepaalde voedingsmiddelen zuivere vitamine te onttrekken. Dat was geen gemakkelijk werk, omdat vitaminen slechts in uiterst kleine hoeveelheden voorkomen.
De vitaminesoort, die Funk verkreeg, was thiamine of vitamine B,; hij concentreerde het uit de vliesjes van rijstkorrels. Funk bereikte zijn resultaat pas in 1911; de mens maakte dus al van allerlei moderne uitvindingen gebruik voor hij het bestaan van vitaminen ook maar vermoedde. Alle voedselsoorten op de tekening bij dit artikel bijvoorbeeld zijn rijk aan vitaminen. Als we om een of andere reden niet in staat zijn dit voedsel te gebruiken kunnen we tegenwoordig ook vitaminetabletten krijgen. Ideaal is dit laatste echter niet; men vermoedt namelijk, dat er nog onontdekte vitaminesoorten zijn, die wel aanwezig zijn in vers voedsel maar niet in vitaminetabletten.