Twee van de 13 landen van Zuid-Amerika hebben geen zeekust en liggen ingesloten tussen andere landen. Een ervan is Bolivia; het andere is Bolivia’s buurman Paraguay.
Paraguay is een land, dat voor het grootste gedeelte uit wouden en graslanden bestaat. Het heeft lange, hete zomers, warme winters en een zeer hoog neerslagcijfer. Slechts een zeer klein gedeelte van het landoppervlak wordt bebouwd.
De meeste Paraguezen hebben zowel Spaans als Indiaans bloed in de aderen en spreken een Indiaanse taal: het Guarani. Met name in de steden echter wordt ook het Spaans als voertaal gebruikt. Op het platteland van Paraguay heersen nog zeer primitieve omstandigheden; de meeste landbouwers beschikken slechts over uiterst eenvoudige werktuigen.
De vooruitgang in het land is ernstig belemmerd door de voortdurende oorlogen tussen Paraguay en zijn buurlanden. In het jaar 1864 telde het land 600.000 inwoners, waarvan nu nog 300.000 volwassen mannen en 200.000 vrouwen en kinderen over zijn. Moderne landbouwmethoden zijn de boeren onbekend; er is slechts één grote stad (de hoofdstad Asuncion) en de verbindingen in het land zijn erg primitief. Via de Paraguayrivier is het land verbonden met Brazilië. Asuncion heeft een rivierhaven, die via de Parana toegankelijk is voor kleinere zeeschepen. Enkele Nederlandse rederijen doen op die manier regelmatig de hoofdstad van Paraguay aan.
Op de graslanden van het land wordt veel rundvee gefokt. De bossen van Paraguay leveren vooral quebrachohout: een zeer harde houtsoort (‘quebracho’ betekent ‘bijlenbreker’), die behalve als timmerhout ook gebruikt wordt voor de vervaardiging van een bepaald looimiddel.
Behalve quebrachohout exporteert Paraguay ook huiden, katoen, tabak en yerba maté: een plant, waarvan de bladeren gebruikt worden voor een bepaalde .drank. Paraguay is dunner bevolkt dan het kleinere buurland Uruguay.
Immigranten hebben de laatste jaren echter het arbeidspotentieel versterkt en werken thans aan verhoging van de welvaart.