Laos, dat in het verleden deel uitmaakte van Indo-China, is tegenwoordig een onafhankelijk vorstendom, dat ingesloten ligt tussen Rood-China, Birma, Thailand, Cambodja en Vietnam. Hoofdstad van het land is Vientiane; de koning woont in Loeang Prabang.
Laos is waarschijnlijk het armste en dunst bevolkte deel van het vroegere Indo-China. Het grootste gedeelte van het land is bedekt met wouden, waarin een rijke fauna leeft met als grootste vertegenwoordigers de tijger en de olifant. Deze bossen leveren kostbare houtsoorten, die voornamelijk voor de export bestemd zijn.
De eerste landbouwers bewerkten de grond met stokken.
Op de hoogvlakten van het land fokken de Laotianen vee of leven ze van de jacht en het inzamelen van natuurprodukten. De bewoners van het zuiden wonen in paalwoningen en bewerken rijstvelden, die door middel van kanalen bevloeid worden. In het gebied van Nam-Pha-Tene zijn enkele jaren geleden tinvoorraden ontdekt.