(764 - 809) In de verhalen uit Duizend-en-één-Nacht speelt heel vaak prins Haroen al Rasjid de heldenrol. In tegenstelling echter tot andere heldenfiguren uit dit werk, zoals Aladdin en Sinbad, heeft Haroen al Rasjid werkelijk bestaan.
Bijna 12 eeuwen geleden was hij kalief van Bagdad, een stad in het tegenwoordige Irak. Bagdad heeft een rijke geschiedenis en een van de hoogtepunten uit die geschiedenis was de regeringsperiode van kalief Haroen al Rasjid.Als kalief van de stad regeerde Haroen niet alleen over Bagdad maar ook over het oostelijke gedeelte van het Mohammedaanse Rijk. Gewoonlijk bemoeide een kalief zich diepgaand met staatszaken; Haroen liet die echter over aan zijn Groot-Vizier Yahya. Zelf had hij meer belangstelling voor de kunst en de wetenschap en hij deed zijn uiterste best om Bagdad tot' een centrum voor kunstenaars en geleerden te maken. Dat dit lukte was voor een niet gering deel te danken aan het feit, dat Haroen zelf een dichter en een geleerde was. De vertellers onder de artiesten, die hij naar Bagdad haalde, zorgden ervoor, dat de naam van hun beschermer vereeuwigd werd in de verhalen van Duizenden-één-Nacht.
In veel van deze verhalen wordt verteld hoe Haroen zich in een vermomming stak en zich vervolgens onder het volk begaf om op de hoogte te blijven met het doen en denken van zijn onderdanen. Of deze verhalen historisch zijn is niet meer na te gaan; in elk geval helpen ze ons de naam van een groot heerser in herinnering te houden.