Galvani werd in 1737 in Bologna geboren. Hij studeerde medicijnen en werd op 28-jarige leeftijd reeds benoemd tot hoogleraar in de anatomie aan de universiteit van zijn geboorteplaats.
Merkwaardigerwijs echter werd zijn naam bekend op een geheel ander terrein : dat van de elektriciteitsleer. Oorzaak daarvan waren Galvani’s proeven met kikkers. Tijdens die proeven hing hij dode kikkers op aan koperen haakjes, die aan de ene kant bevestigd waren aan een ijzeren platform en aan de andere in de heupzenuwen van de dode dieren. Bij die proef ontdekte hij, dat de dode dieren stuiptrekkingen vertoonden als die zenuwen bij toeval in aanraking kwamen met het ijzer van het platform. Galvani trok daaruit de conclusie, dat zich op de scheiding van zenuw en spier de grens bevond tussen twee elektrische stromen, die hij weldra de ‘positieve’ en de ‘negatieve’ noemde.
De Italiaan Alexander Volta herhaalde (ditmaal zonder kikkers) het experiment van zijn landgenoot; ontdekte, dat de ‘galvanische elektriciteit’ in niets afweek van de ‘normale’ en ontwierp op basis daarvan zijn beroemd geworden batterij.
Galvani’s naam bleef bewaard in talrijke uitdrukkingen uit de vaktaal van de elektriciteitsleer; o.m. in het zg. ‘galvaniseren’: het bedekken van een voorwerp met een laagje metaal door middel van een vloeistofbad, waar een elektrische stroom doorheen gaat.