Ongeveer 300 jaar voor Columbus Amerika ontdekte trok een Indiaanse stam van jagers van het noorden uit Mexico binnen. Veel tegenstand ondervonden de indringers niet.
De oorspronkelijke bewoners van het land waren rustige, ongewapende landbouwers, die zich gewillig aan de nieuwe heersers onderwierpen. Twee eeuwen na hun komst was geheel Mexico in handen van de nieuwkomers die zich Azteken noemden en midden in een meer hun hoofdstad Tenochtitlan bouwden.In de tijd van Columbus was Tenochtitlan een prachtige, uitgestrekte stad. Ze bestond uit huizen en tempels, die opgetrokken waren uit een lichtgekleurde steensoort; ze bezat een dierentuin en in het meer rondom de stad dreven prachtige watertuinen. Alleen wegen kende men in Tenochtitlan niet; evenals in Venetië maakte het verkeer gebruik van kanalen. De Azteken vervaardigden sieraden van goud en zilver; hun wevers maakten de prachtigste stoffen en hun pottebakkers waren meesters in het vervaardigen van het kostelijkste vaatwerk. Een alfabet bezat dit volk niet; geschreven taal bestond uit kleine tekeningetjes. De Aztekenpriesters wisten veel van de sterren en ze waren er in geslaagd een soort kalender samen te stellen.
De Azteken ontwikkelden zich tot de machtigste en meest gevreesde Indianenstam van Centraal Amerika. Ze dwongen hun buurvolken belasting te betalen en wie dat weigerde werd aangevallen en onderworpen. In zo’n oorlog deden de Azteken hun best om zo weinig mogelijk tegenstanders te doden en zo veel mogelijk gevangenen te maken. Niet omdat ze zo menslievend waren maar omdat ze mensenoffers nodig hadden voor hun goden. De belangrijkste van die goden was de zon; andere vereerde machten waren de wind, het licht, de regen en het vuur.
De Spaanse ontdekkingsreiziger Hernando Cortés, die van de geweldige rijkdommen van de Azteken gehoord had, trok op tegen hun koning Montezuma II en slaagde er met behulp van andere Indianenstammen in het rijk van de Azteken te veroveren. Tenochtitlan met al zijn rijkdommen viel in handen van de plunderende Spanjaarden; Montezuma werd gedood en van het grote Aztekenrijk bleven alleen een paar ruïnes over. Op de plaats, waar eens Tenochtitlan lag, vindt men thans de stad Nieuw Mexico.
Na hun nederlaag tegen de Spanjaarden stierven de Azteken niet uit. Veel Indianen op het platteland van Mexico zijn regelrechte afstammelingen van de machtige heersers uit de tijd van Montezuma. Van de oude glorie van dit volk is thans echter niets meer terug te vinden dan de kunstvoorwerpen, die in Spaanse en Mexicaanse musea bewaard worden.